Of je nou een zusje of broertje hebt maakt niet uit, de oudste zijn in huis brengt een aantal dingen met zich mee die alleen oudste zussen begrijpen. Soms zou je willen ruilen met je broertje of zusje, maar vaak speel je toch de ‘ik ben de oudste dus luister naar mij’ kaart. Vaak genoeg wil je ze achter het behang plakken, maar je bent ook de grote beschermende lieve zus bij wie ze terecht kunnen. Wedden dat jij je in de volgende 11 dingen herkent?
1. Wat? Dit mocht jij vroeger toch niet?
Toen jij de leeftijd had van je broertje of zusje moest jij stipt op een bepaalde tijd in je bed liggen, nu mogen ze nog lekker op de bank hangen. En een snoepje na het eten? Dat mocht jij vroeger niet hoor. En de meest voorkomende oneerlijke verandering is nog wel de afgesproken tijd waarop je thuis moet zijn na het uitgaan. Mogen ze nú al tot zo laat!?
2. Babysitter is je eerste baantje
Je hebt er niet om gevraagd nee. Maar toch ben jij de babysitter als je veel scheelt met je broertje of zusje. ‘Papa en mama gaan even naar de film, jij blijft wel thuis toch?’. Ahum, zeg maar doei tegen je girls night out. In plaats daarvan kan jij wel dit leuke boekje voorlezen.
3. ‘Maar jij bent de verstandigste’
Als oudste hoor je het allemaal beter te weten dan je jongere broer of zus. Je moet het juiste voorbeeld geven, verplicht op ze passen en als er iets fout gaat krijg jij de schuld. Het leven als oudste zus is soms zwaar… Gelukkig ben je naast de verstandigste ook de slimste van het stel. Hoe dit komt lees je hier.
4. Je mag voorin. YES
Dit is gelukkig iets alleen voor jou. Dankzij je leeftijd ben je oud en groot genoeg om voorin de auto te zitten. Is je broertje dit nu ook? Dan heb je altijd nog het excuus dat jij de oudste bent en recht hebt op die plek.
5. Je hebt een persoonlijke butler, of twee.
Heb je kleine broertjes of zusjes? Maak gebruik van die minions. Zolang ze nog redelijk klein en jong zijn zullen je ouders minder streng voor ze zijn. Of ze halen wat te drinken voor je. Had je natuurlijk ook prima zelf kunnen doen.
6. De safe haven ben jij als er ruzie met je ouders is.
Aan de ene kant is het fijn dat je een goede band hebt met je jongere zusje of broertje en dat ze naar jou toekomen voor advies. Maar je wordt wel tussen twee kampen gegooid. Voordat je daar uit ontsnapt…
7. Kom je aan mijn zusje? Dan kom je aan mij.
Een gezin zou geen normaal gezinnetje zijn zonder de nodige ruzies. Vooral met je broer of zus loopt het soms de spuigaten uit. Dat hoort erbij en jullie maken het altijd weer goed. Maar als iemand anders zo tegen je lieve zusje doet? Ho ho, dit is mijn zusje hè. Dan ben je nog niet jarig… Scheel je niet heel veel qua leeftijd? Dan herken je dit vast ook.
8. Je voelt je mega oud
Als je veel verschilt met je zusje of broertje, is het misschien soms raar als jij met allemaal volwassen dingen bezig bent. Je ziet ze opgroeien terwijl jij langzaam je eigen leven krijgt. Best raar, soms.
9. Jij bewaart geheimen, je zusje niet
Als je zusje je iets vertelt hou je dat natuurlijk geheim. Als ze iets heeft gedaan wat niet mag, verzwijg jij dit voor je ouders zodat ze niet op haar kop krijgt. Maar andersom? Zij gebruikt jouw geheimen maar al te graag om er haar voordeel uit te halen. “Je was gister toch bij die ene jongen?”. HOU-JE-MOND.
10. Waar gaan al je kleren opeens heen?
Oh no you did not. Heb je na lang sparen eindelijk dat ene leuke shirtje gekocht, kom je erachter dat je zusje hem naar school aan heeft! Argggh. Je kleding verdwijnt soms spontaan en als je het aan je zusje vraagt weet ze van niets. De volgende dag ligt je favoriete broek op miraculeuze wijze weer in je kast…
11. Trots
In jouw ogen blijft je zusje of broertje altijd klein. Je bent dan ook altijd mega trots als ze iets behalen of als ze iets gepresteerd hebben. Je wil natuurlijk niet dat mensen het zien, je bent tenslotte de grote stoere zus, maar stiekem staan de tranen dan in je ogen. Van trotsheid dan hè ;-).