Krentenwegge is niet veel meer dan een brood waar veel krenten worden meegebakken. Hoe meer krenten, hoe beter. Wat zo bijzonder is aan de Krentenwegge is de grootte. Het brood heeft meestal een lengte van 1 á 2 meter, met een breedte van ongeveer 30 centimer. Oorspronkelijk is de krentenwegge bedoeld als geboortegebak, maar het kan gewoon gegeten worden bij iedere gelegenheid. Met name bij de koffie vinden de Twentenaren een lekker stuk krentewegge geen overbodige luxe.
Waarschijnlijk word je niet heel erg laaiend bij het horen van de naam, maar toch is Kozak een geliefde specialiteit. Kozak is een rechthoekige koek. De buitenkant is bedekt met chocolade en de binnenkant is gevuld met een jamvulling. De koek is omringd met een laagje marsepein.
3. Bakleverworst
De naam bakleverworst verklapt letterlijk wat het product inhoudt. Bakleverworst is leverworst dat gesneden wordt in dikke plakken en vervolgens in de pan wordt gebakken. Over het algemeen wordt bakleverworst vooral in de winter gegeten. Heerlijk als warme snack tijdens de koude dagen.
Naast oliebollen en appelbollen is er in Twente nog een versnapering die tijdens de jaarwisseling veel wordt gegeten, namelijk: kniepertjes. Een kniepertje is een dunne, zoete, harde wafel die wordt opgerold. Vervolgens spuiten veel mensen slagroom in de binnenkant. Heer-lijk. Kniepertjes zijn heel makkelijk zelf te maken en dit is hoe:
♥ 250gr bloem
♥ 200gr suiker
♥ 125gr boter
♥ 1 ei
♥ 1/2 theelepel kaneelpoeder
♥ 1.5 dl water
♥ Wafelijzer
Balkenbrij wordt vooral in de winter gegeten en is gemaakt van slachtafval. Het restvlees wordt gebonden met boekweitmeel en op smaak gebracht met kruiden. Balkenbrij is heeft een Twentsche variant, maar ook andere regio’s hebben zo hun eigen versie van de Balkenbrij. Brabant, Limburg en Gelderland bijvoorbeeld.