Macarons maken doe je zo
– 150 gram poedersuiker
– 80 gram amandelmeel
– 50 gram fijne suiker
– 2 eiwitten (op kamertemperatuur)
– Snufje zout
– Kleurstof (rood of roze)
– 125 gram roomboter (ongezouten en op kamertemperatuur)
– 60 gram frambozen (verse of uit de vriezer – ontdooid)
– 30 gram poedersuiker
– Klop het eiwit stijf en voeg er dan wat zout en de poedersuiker aan toe.
– Mix tot de eiwitten helemaal stijf zijn. Zeef nu poedersuiker en amandeelmeel en voeg dit toe aan het eiwit. Ook mag je er kleurstof aan toevoegen.
– Als je te lang door spatelt zal de macaron hol worden of afbreken, maar als je het te kort doet krijg je geen gladde bovenkant. — Teken kleine rondjes op het bakpapier.
– Vul de spuitzak met het beslag.
– Spuit de macarons op het bakpapier tot het beslag op is. Neem een handdoek en laat hier de bakplaat een paar keer op “vallen” zodat overtollige luchtbelletjes uit de macarons gaan.
– Laat de macarons dertig minuten opstijven. Je moet met je vinger over de macaron kunnen gaan zonder dat het beslag aan je vingers plakt.
– Bak de macarons op 140 graden. Laat ze daarna afkoelen.
– Klop de boter tot het wittig van kleur is. Druk de frambozen door een zeef en doe het vocht wat er vanaf komt bij de boter, samen met de poedersuiker. Meng door elkaar tot een gladde botercrème.
– Pak een macaron en spuit met een spuitzak wat frambozen botercrème er op en druk het andere deel van de macaron er voorzichtig op.
– Herhaal tot alle macarons aan elkaar zitten, door een beetje botercrème. Eet smakelijk!