13 dingen die jij zeker herkent als dorpsmeisje

“Huh, waar kom jij vandaan?” Dit hoor je vaak genoeg, want je komt uit een boerengat dat niemand kent. Tja, dat is toch even andere koek dan het stadse leven. Iedereen kent elkaar, dus roddels zijn zo het hele dorp rond. Maar ach, dat hoort erbij en eigenlijk heeft het ook wel wat. Woon jij ook in een dorp? Dan komen de volgende situaties jou zeker bekend voor.
1. Ons kent ons
Waar je ook loopt in jouw dorp, je kent iedereen. Als je door de supermarkt loopt, moet je in elke rij ‘hoi’ zeggen tegen iemand, want ja, zoveel bekenden. Waar je ook bent, je kent alles en iedereen.
2. Zelfde mensen tijdens uitgaan
Soms word je wel een beetje moe van het uitgaan in eigen dorp. Je kunt niet even lekker gek doen, want iedereen kent je. Daarnaast kun je thuis al tegen je ouders zeggen wie je vanavond tegen het lijf gaat lopen.
3. Roddelen is zo fijn
Een roddel is in een mum van tijd verspreid en voordat je het weet, weet zelfs je oma met wie je ex het bed gedeeld heeft. Tja, zo gaat dat in een dorp. Omdat je zoveel mensen kent, is het extra fijn om met je vriendinnen die sappige roddels te bespreken.
4. Geen mens kent jouw dorp
Als je in ‘de grote stad’ bent dan vragen veel mensen waar je vandaan komt. Als je de plaatsnaam van je dorp noemt, kijken mensen je aan alsof ze water zien branden; “Waar ligt dat in godsnaam?”
5. Jouw bijbaantje was aardbeien plukken
Jouw dorp was voor de helft gevuld met boeren en die kunnen wel wat knechtjes gebruiken. Samen met je vriendinnen gingen jullie in de zomervakantie aardbeien plukken, prei planten en champignons plukken. Je kwam helemaal vies thuis, maar ach, stiekem was het best gezellig.
6. Dorpsfeesten zijn geweldig
Bij een dorp hoort natuurlijk een dorpsfeest en daar leef je het hele jaar naartoe. Zelfs je ouders nemen een kijkje in die reuze tent en hebben de avond van hun leven.
7. Je bent de dochter van
In een dorp ken je veel mensen en veel mensen kennen jou. Toch zijn er een aantal mensen die je niet kent, maar dan vragen ze al snel: “Ben jij niet de dochten van…?” Ja, dat is mijn vader zeg je dan.
8. Fietsen. Ver fietsen
In veel dorpen liggen de huizen niet op kruipafstand van elkaar. In weer en wind spring jij op de fiets om naar school te gaan (in jouw dorp zat natuurlijk geen middelbare school), naar een vriendin te gaan of te sporten.
9. Haat aan het buurdorp
Je eigen dorp is geweldig, maar dan moet je niet beginnen over het buurdorp. Nee, wat daar woont, is helemaal niks. Je kijkt deze mensen altijd met een vies gezicht aan, want dat is de vijand.
10. Vroeger had je zoveel ruimte om te spelen
Als kind was je als een vis in het water in jouw dorp. Zoveel ruimte om hutten te bouwen, slootje te springen en verstoppertje te spelen. Dat was maar goed ook, want wat voor de rest was er niet veel te beleven. Beter gezegd: niks te beleven.
11. Kom maar achterom
De voordeur? Nee, deze wordt nooit gebruikt. In een dorp kom je gewoon achterom.
12. Geen bushalte
Jij moet altijd naar een ander dorp om op de bus te stappen, want er is geen bushalte… Elke ochtend fiets jij een halfuur om vervolgens nog een uur in de bus te zitten naar school. Mocht er wel een bus komen, passeert deze één keer in het uur. Wat heb jij ook een zwaar leven in dat dorp. Op deze momenten klaag je vaak tegen je ouders waarom jullie niet in een stad wonen. Het leven zou dan een stuk makkelijker zijn.
13. Er hangt een aparte geur
Tja, hier hangt toch net even een andere geur dan in een stad. Alle varkens, koeien, weilanden en uitwerpselen. Lekker ruikt het niet. Laten we het maar houden op ‘landelijk’.
Beeld: iStock