Fotografietips voor zelfportretten

Zelfportretten maken is een goede manier om te oefenen met fotografie. Je leert er veel van, je ziet meteen het resultaat en niemand wacht op je dus je hebt alle tijd om rustig aan de slag te gaan. Evelien van Fotografille maakt regelmatig zelfportretten en vertelt over haar manier van werken.
Het maken van zelfportretten is best een opgave. Omdat je niet precies ziet wat je doet kan het voor veel frustratie leiden. Maar als het wél lukt, dan heb je ook meteen mooie foto's van jezelf. Met onderstaande tips laat ik van begin tot eind zien hoe je het beste te werk kunt gaan. Veel plezier! En zoals altijd: oefening baart kunst, dus geef het niet te snel op.
Stap 1: Voorbereiding
Voorbereiding is het halve werk. Omdat je niet ziet wat je camera precies aan het doen is wanneer je voor de lens staat, zijn er een paar hulpstukken die je leven een stukje makkelijker maken:
Afstandsbediening
Bij het maken van een zelfportret is het handig om meer dan alleen een camera te hebben. Het kan wel met een camera op de timer, maar een afstandsbediening is echt stukken makkelijker. Mijn afstandsbediening komt van Ebay, was ongeveer 25 euro en werkt na 3 jaar nog steeds goed. Het hoeft dus geen dure investering te zijn. Met een afstandsbediening kun je op afstand scherpstellen en de foto maken, hierdoor weet je zeker dat je scherp bent.
Statief
Ook een statief is een must wanneer je zelfportretten maakt. Zo kun je je camera op de juiste hoogte en hoek instellen. Bij gebrek aan een statief kun je je camera op een tafel, stoel, kastje of iets anders plaatsen. Heb je een andere hoek nodig? Leg er dan een kussen of zak pitten/rijst onder. Zo kun je de lens meer omhoog of omlaag richten en heb je dus meer invloed op je standpunt.
Optioneel: laptop
Zelf werk ik hier nooit mee, maar ik kan me voorstellen dat het handig is om je camera aan een laptop te koppelen. Daar kun je een programma op installeren (zit meestal bij de aankoop van je spiegelreflexcamera) waarmee je meteen de foto ziet wanneer hij gemaakt is. Als je de laptop zo neerzet dat je deze kunt zien tijdens het fotograferen, dan hoef je niet telkens naar je camera te lopen om te zien hoe het eruit ziet op beeld. Zoals ik al zei doe ik dit zelf nooit omdat ik het niet nodig vind.
Stap 2: Wat wil je vertellen?
Je zelfportret kun je op verschillende manieren insteken. Wil je gewoon een leuke foto van jezelf of wil je een emotie uitbeelden? Wil je een beautyportret of speelt de omgeving een rol in je foto? Gebruik je attributen of licht je een deel van jezelf uit? Denk vooraf na over het beeld dat je zou willen maken. Ga op zoek naar voorbeelden, het is altijd makkelijker om iets na te maken en hier je eigen draai aan te geven dan een compleet nieuw idee te verzinnen.
Make-up
Op foto valt make-up al snel weg. Zet je make-up daarom extra zwaar aan als je wil dat deze duidelijk zichtbaar is op je foto. Wees niet bang dat je foundation te dik is want dit zie je niet op de foto. Het is juist makkelijk als je mooi egaal bent, dan hoef je geen puistjes weg te halen in Photoshop. Je hoeft natuurlijk niet te overdrijven, probeer nog wel een beetje jezelf te blijven. Tenzij dat niet je bedoeling is.
Kleur en omgeving
Kleuren spelen een belangrijke rol in de sfeer van je foto, net als de omgeving. Een onbestemde witte of grijze muur is altijd goed om als achtergrond te gebruiken. Maar als je wat extremer wil gaan dan kun je een groot stuk gekleurd karton of bijvoorbeeld een lap stof gebruiken. Qua kleur kun je alles op elkaar aanpassen, van kleding tot make-up, maar je kunt juist ook voor extreme kleurcontrasten gaan om te zien wat daar uitkomt. Het is net wat je mooi vindt.
Stap 3: Speel met licht
Zelf gebruik ik vrijwel altijd daglicht voor mijn foto's. Het is makkelijk omdat je er niets extra's voor nodig hebt. Omdat de afstandsbediening op een sensor werkt en deze op de flitsschoen van mijn camera zit, kan ik ook geen opzetflitser gebruiken. Met daglicht kun je kiezen voor verschillende belichtingen:
– Frontaal licht (bijvoorbeeld voor een raam of met de zon pal in je gezicht)
– Zijlicht (wanneer het licht vanaf de zijkant door een raam valt of je in een hoek van de zon staat.
– Tegenlicht (als de lichtbron zich achter je bevindt)
Wanneer je niet uitkomt met je daglicht kun je ook spelen met bouwlampen of wat voor lamp dan ook. Zelfs een nachtlampje kan dienen als lichtbron waardoor je heel direct licht krijgt wat een groot contrast geeft in je gezicht.
Stap 4: De foto maken
Nu ben je er helemaal klaar voor om je foto te maken! Je statief staat op de locatie, je afstandsbediening is aangesloten en je bent er zelf helemaal klaar voor. Ga voor je camera staan en maak eerst een paar testshots. Loop terug naar je camera om te zien of de instellingen goed zijn. Is je foto goed belicht? Is de uitkadering mooi? Is de foto scherp op je gezicht, en het liefste op je ogen?
Dat scherpstellen is het moeilijkste, je weet immers niet precies waar je scherpstelpunt scherp op stelt. Probeer hem in de buurt te zetten van waar je gezicht is. Ga tijdens het maken van de foto's regelmatig terug naar je camera om te zien of je wel op de goede plek staat (10 centimeter naar links of rechts maakt een wereld van verschil!) en of je nog scherp bent. Zoom dus ook even in op de foto's, dan zie je pas echt goed waar het scherpstelvlak ligt.
Lukt het niet? Probeer dan eens een ander standpunt of een andere uitsnede. Soms is het licht gewoon niet mooi of is het makkelijker scherpstellen als je de foto ruimer maakt en vervolgens op de computer bijsnijdt.
Stap 5: nabewerking
Als je je foto's op de computer hebt gezet kun je het beste eerst een selectie maken. Soms maak ik wel 100 foto's waar twee of drie geschikte foto's uitkomen. Nu is het aan jou de vraag wat je eraan wilt bewerken. Zet je hem om naar zwart-wit? Of maak je hem heel contrastrijk? Speel wat met je foto en kijk wat je mooi vindt.
Wil je nog meer zelfportretten van Evelien zien? Kijk dan op Fotografille onder de kopjes ‘52 weken project’ en 'ABC-project’.
Maak jij zelfportretten? Heb je nog tips?
Pin jouw fotografiekunsten in Pinbook